Het door AI aangedreven web komt dichterbij: het partnerschap tussen Microsoft en Cloudflare
Diensten zoals Perplexity, dat zichzelf de “antwoordmachine” noemt, geven ons een glimp van het web zoals het er in de nabije toekomst uit zal zien. Kunstmatige intelligentie verandert de manier waarop we online naar informatie (of wat dan ook) zoeken en hoe we in het algemeen met de niet-IRL-wereld omgaan. Net als veel andere zaken die rechtstreeks met vooruitgang te maken hebben — in de overkoepelende betekenis van het woord — is het, objectief gezien, neutraal, en het bestempelen als “goed” of “slecht” is een kwestie van perceptie.
Techgiganten, als winstgedreven bedrijven, lijken niet veel te mijmeren over aspecten van de zaak die niet met geld verdienen te maken hebben. Er zijn natuurlijk uitzonderingen, zoals het recente geval van de stellingname van de Vivaldi-browser, verwoord door zijn CEO, Jon von Tetzchner, die erop aandringt dat browsen menselijk moet blijven en niet door AI gedreven. Dergelijke uitzonderingen bevestigen echter slechts de juistheid van de algemene regel, zeker wanneer zulke opmerkelijke spelers als Microsoft en Cloudflare zich eraan houden.
Wat is de essentie van het partnerschap tussen Microsoft en Cloudflare?
Kort gezegd willen de twee bedrijven de technologieën te verenigen die ze hebben ontwikkeld om een AI-first browse-ervaring mogelijk te maken.
Microsoft bedacht NLWeb (Natural Language Web), een nieuwe webstandaard die er in wezen voor zorgt dat websites coherent kunnen reageren op natuurlijke-taalvragen. Gelanceerd als een open project introduceert het een conversatie-interface en biedt het websites een gestructureerde toegangsaanpak waarmee AI informatie kan selecteren voor een antwoord in natuurlijke taal via het Managed Content Protocol (MCP)-endpoint.
Cloudflare’s investering is AutoRAG, een dienst voor geautomatiseerde Retrieval-Augmented Generation; het is een crawler die continu de inhoud van websites indexeert en semantisch organiseert, en alles opslaat in een beheerde, onophoudelijk bijgewerkte database. Simpel gezegd neemt deze technologie content, verrijkt die en genereert stukken die bruikbaar zijn voor een AI wanneer die het antwoord samenstelt.
In wezen bouwt AutoRAG de infrastructuur waarop NLWeb zal rusten. In de vorige iteratie was het juist markeren van content zodat zoekmachines die konden vinden de taak van website-eigenaren; nu lijkt dat iets te zijn dat door een derde partij wordt gedaan, al ligt het voor de hand om lokale RAG-databasebouwtools voor populaire CRM’s te verwachten.
Wat betekent dit allemaal?
Voor gewone gebruikers is het voordeel dat wat ze ook online opzoeken waarschijnlijk aan hen zal worden geserveerd als een gerecht in een fine-diningrestaurant: compleet, smakelijk en vormgegeven met esthetiek en gebruiksgemak in gedachten. Het nadeel kan voortkomen uit de veranderende structuur van het web zelf: als veel website-eigenaren in min of meer smalle inhoudsniches zich niet aanpassen en hun sites opgeven, zal de informatie afkomstig zijn van grotere, niet-gespecialiseerde spelers, wat de geloofwaardigheid doorgaans ondermijnt.
Voor website-eigenaren is de verschuiving naar een door AI gedreven web, als die abrupt verloopt, een adapt-or-die-moment. Velen zullen hun advertentie-inkomsten zien dalen, en sommigen zullen besluiten te stoppen. Zoals hierboven vermeld, zal dit de kwaliteit van content in het algemeen negatief beïnvloeden. Het is gewoon een natuurlijk proces. Maak je echter niet al te veel zorgen: platforms zoals WordPress zullen ongetwijfeld updates uitbrengen die de code van de sites AI-vriendelijk maken en de nieuwe verdienmethoden mogelijk maken die ongetwijfeld zullen verschijnen.
Alles bij elkaar genomen zullen Vivaldi en vergelijkbare browsers waarschijnlijk blijven drijven en hun klantenbestand behouden, dat langzaam zal groeien. Op grotere schaal echter komen AI-agents, AI-browsers — welke naam ook blijft hangen — om te blijven.
Als je op zoek bent naar een alternatieve browser waarmee je de AI-toeters-en-bellen ten minste kunt uitzetten, ga dan naar de sectie Browsers van de Informer-catalogus: